Fout gedaan of fout gegaan?
In de eerste week van juni gaat de parlementaire enquête Woningcorporaties van start. Voor wie ingevoerd is in die sector zal er weinig nieuws naar voren komen. De schandalen zijn inmiddels al breed uitgemeten, maar voor het algemene publiek zal het smullen worden. Misschien is het voor medewerkers, bestuurders en toezichthouders in deze sector beter om een maand lang geen verjaardagen te bezoeken en daardoor ongemakkelijke gesprekken te vermijden. En hoewel het komende weken vooral over woningcorporaties gaat, zal het publieke debat zich zeker uitstrekken tot alle maatschappelijke organisaties. Want ook in andere sectoren is immers het nodige gebeurd.
De roep om ‘schuldigen te straffen’ zal groot zijn. En die schuldigen zijn er ook! Met fraude moet hard worden afgerekend. Voor megalomaan gedrag en zelfverrijking is geen excuus. Bestuurlijk solisme is onacceptabel. Ofwel, waar mensen ‘fout hebben gedaan’ past het om dat te bestraffen. Interne toezichthouders moeten daarbij ook niet aarzelen hun eigen rol ter discussie te stellen en het goede voorbeeld te geven door te vertrekken. Ruimte te maken voor het vegen van de trap gaat - zoals een oud spreekwoord zegt - het beste van bovenaf.
Laten we als toezichthouders onderscheid blijven maken tussen ‘fout gedaan’ en ‘fout gedaan’.
‘In control’
Maar er zijn ook dingen die gewoon fout gaan. In het programma Buitenhof van 3 maart 2013 zei de OMS-bestuurder en cardioloog Marcel Daniëls het alsvolgt: “Fout gegaan is nog niet fout gedaan. Als wij als artsen niet meer veilig kunnen melden wat er fout is gegaan, als er meteen een etiket op wordt geplakt, je aan de schandpaal wordt genageld voordat er iets is onderzocht, dan gaan we in onze schulp kruipen. Dat moeten we niet hebben”.
En wat voor de artsen geldt, kunnen we doortrekken naar het functioneren van onze maatschappelijke organisaties. We lijken te leven in een tijd waarin iedereen verwacht dat alles ‘in control’ is. Interne toezichthouders voelen zich opgejaagd door de externe instanties en externe toezichthouders en willen risico’s tot achter de komma geregeld zien. Bestuurders voelen zich hierdoor bedreigd en organiseren nog meer controlesystemen in de organisatie. De besprekingen met de accountants die in alle raden van toezicht deze maand over de jaarstukken plaatsvinden, zullen vrijwel geheel hierover gaan: zijn we wel in control?
Fata morgana
Fouten moeten natuurlijk worden voorkomen, en daar is niks mis mee! Risico reductie is een verantwoordelijkheid van bestuurders en toezichthouders. Maar risico uitsluiting is een fata morgana. Fnuikend is dat als er een keer een fout ontstaat, omdat dit nu eenmaal gebeurt waar gewerkt wordt zonder dat dit iemands opzet was, we niet meer in staat lijken om daarvan te leren. In een cultuur waar fouten niet meer mogen worden toegegeven, wordt niet geleerd en raken we uiteindelijk ‘uit control’.
Hier ligt een belangrijke rol voor de interne toezichthouders. Laten we als toezichthouders onderscheid blijven maken tussen ‘fout gedaan’ en ‘fout gedaan’. Dat vergt een open mind en moed, maar als het niet bij toezichthouders begint, bij wie dan wel?