Hoe wilt u graag wonen?
Enkele maanden geleden kreeg ik een prachtig fotoboekje in handen over de Parijse voor-steden, de banlieu’s; een boekje waar je na het bekijken van de plaatjes de rillingen van over de rug lopen: zo mag je mensen toch niet laten wonen?
En ineens moest ik denken aan een verhaal dat ik ooit mocht horen van Midas Dekkers, toen hij een congres toesprak met in de zaal allemaal projectontwikkelaars, aannemers en andere mensen, betrokken bij de wereld van wonen en bouwen. Aan Midas Dekkers was gevraagd iets te zeggen over mensen en wonen. En dit was wat hij ongeveer vertelde.
Als je van een soort wilt weten hoe die het liefste woont, moet je kijken naar het exemplaar dat in de beste omstandigheden verkeert. Dus als je wilt weten hoe mensen het liefste wonen, moet je kijken naar hoe rijke patsers wonen! (NB ziet u die zaal met vrijwel allemaal Mercedes-rijdende bezoekers al kijken?) Hoe wonen die rijke patsers eigenlijk? Wel, vrijwel altijd in een huis met daarom heen veel ruimte, waarschijnlijk een grote tuin, veel gras, met hier een daar wat bomen. En natuurlijk ook een huis dicht aan het water of tenminste in die grote ruimte om het huis heen een flinke waterpartij. En als het even kan staat het huis op een ver-hoging zodat er mooi uitzicht is over al die gronden.
Nu zijn biologen het over veel oneens, zei Dekkers, maar ze erkennen allemaal dat de eerste mens, de Australopithecus, zo’n 4,5 miljoen jaar geleden in Afrika leefde. Doordat het klimaat daar veranderde verdwenen op een bepaald ogenblik in Afrika de wouden en ontstonden er grasvlakten. Het was voor de toen levende wezens niet langer mogelijk om te schuilen in de bomen. Er waren ook steeds minder vruchten om te eten. Om water en voedsel te vinden moest men soms lange afstanden afleggen. Men was daarbij genood-zaakt om rechtop te lopen, om beter uit te kunnen kijken over het hoge gras en gevaar op tijd in de gaten te hebben.
Hoe leefden die mensen daar eigenlijk, in wat we nu een ‘savanne landschap’ noemen? Wel, in een grote uitgestrekte vlakte van gras, met hier en daar wat bomen, dicht bij water en als het kon op een verhoging om daarmee zoals gezegd vijanden beter te kunnen zien aankomen!!!
En wat zie je in Nederland, kijk eens rond in wijken waar mensen een beetje invloed hebben op hun omgeving of in al die treurige Vinex-wijken. Hoe klein de voortuintjes ook zijn, je ziet vrijwel altijd een beetje gras, een vijvertje, hier en daar een boompje…
Tot zo ver Midas Dekkers. Over hoe wij willen wonen dragen we dus wellicht heel oude ‘instincten’ mee in onze hersenstam, maar wat we anno nu vaak realiseren aan woonomgeving staat daar haaks op. We creëren omgevingen waarin mensen zich niet meer veilig voelen, onrustig worden, geen toekomst zien. Natuurlijk verklaart dit niet de sociale onrust die we steeds vaker kunnen aanschouwen, het is niet dè allesomvattende verklaring. Maar wel een pleidooi voor de kwaliteit van onze leef-omgeving, de leefbaarheid van buurten en wijken, dit alles in het belang van onze gehele soort.