Toezicht is gebaat bij ervaringskennis
Ik ben al lang geïnspireerd door het werk van professor Mark Moore van de Harvard Kennedy School of Government. En enkele jaren geleden heb ik het genoegen gehad enkele dagen met hem en zijn staf te mogen werken in een executive program. Centraal in zijn denken (lees bijvoorbeeld Creating Public Value, 1995) staat de strategische driehoek (strategic triangle) voor public managers, gericht op het creëren van maatschappelijke waarde. Een concept dat ons als bestuurders en toezichthouders van maatschappelijke organisaties goed kan helpen bij het reflecteren over onze rollen en verantwoordelijkheden.
Omgeving
Mark Moore geeft aan dat in het creëren van maatschappelijke waarde voortdurend moet worden geschakeld tussen de public value (visie op de maatschappij en de
bijdrage die deze organisatie daar aan wil leveren), de organizational capacity (hoe effectief en efficiënt er met de maatschappelijke middelen wordt omgegaan), en de authorizing environment (de omgeving die invloed heeft op de organisatie c.q. aan wie invloed wordt toegekend). En tenslotte is het de governance waarin de samenhang tussen deze drie domeinen wordt bewaakt.
De samenhang tussen de drie domeinen is niet statisch. De maatschappelijke en politieke ontwikkelingen maken het nodig om voortdurend de balans te bewaken. Sluit de missie en visie nog aan op wat de maatschappij vraagt? Is de kwaliteit van de organisatie op orde en wordt er effectief en efficiënt gewerkt? En tenslotte: is er voldoende zicht op wat er in de omgeving gebeurt en wie daarin welke rol heeft c.q. verdient?
Dat laatste aspect, de omgeving, krijgt de laatste tijd in governanceland veel aandacht. Veel raden van toezicht worstelen met de vraag hoe zij zich moeten verhouden
tot de omgeving, de belangenhouders, en met name hoe actief zij moeten zijn in het zelf verwerven van informatie. In de governanceregels zoals we die kennen zijn contacten met bepaalde gremia gestructureerd (cliëntenraad, ondernemingsraad), maar hoe verhoudt de RvT zich tot gemeenten/wethouders, zorgverzekeraars, inspectie, belangenorganisaties, burgerinitiatieven en niet in de laatste plaats de cliënten en medewerkers?